Met de functie Automatisch bladwijzers maken worden bladwijzers geheel automatisch in uw PDF’s gemaakt, waardoor de bruikbaarheid van de PDF’s die u publiceert aanzienlijk wordt verbeterd. Gebruik deze functie om bladwijzers automatisch te genereren op basis van lettertypestijlen (koppen, hoofdstukken, enz.) en de indeling die u in uw PDF’s gebruikt. U kunt de functie tevens gebruiken om bladwijzers te maken op basis van tekst- en numerieke inhoud van de PDF-bestanden. Dit doet u met gebruik van de functies voor tekstmaskers en wildcards.
Automatisch bladwijzers maken:
- Klik op het tabblad Invoegen en bewerken in het groepsmenu Navigatie op de pijl onder Bladwijzer .
- Klik op Automatisch bladwijzers maken .
- Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Niveau 1. Het dialoogvenster Bladwijzerkenmerken selecteren wordt geopend.
- Voer een van de volgende handelingen uit:
- Selecteer een deel van de tekst (bijvoorbeeld de kop) op de pagina met gebruik van de muisaanwijzer.
- Schakel de selectievakjes in van de eigenschappen die u wilt gebruiken om de bladwijzers te maken.
- Klik op OK.
- Als u bladwijzers met meerdere niveaus wilt maken, klikt u op Niveau 2 (enz.) en voert u stap drie en vier nogmaals uit.
- Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Maken.
Tip: u kunt met Nitro PDF automatisch bladwijzers maken van Word- en PowerPoint-bestanden op basis van de stijlen die hierin zijn gebruikt. Raadpleeg de sectie PDF maken in de gebruikershandleiding.
Bladwijzerkenmerken selecteren
Er zijn vijf teksteigenschappen die gebruikt kunnen worden wanneer u de eigenschappen selecteert op basis waarvan de bladwijzers worden gemaakt. Door de verschillende eigenschappen te combineren, worden alleen bladwijzers gemaakt wanneer aan de criteria van die combinatie van eigenschappen wordt voldaan. Als de tekst in het document niet aan de criteria voldoet, worden er geen bladwijzers gemaakt.
- Lettertypenaam. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van het geselecteerde lettertype. As op Lettertypenaam bijwerken wordt geklikt, wordt de lettertypelijst bijgewerkt met de namen van alle lettertypen die in het document zijn gebruikt. Ingesloten lettertypen worden hierin niet opgenomen.
- Lettertypegrootte. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met een bepaalde grootte.
- Lettertypekleur. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met een bepaalde kleur.
- Links inspringen. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die met de opgegeven afstand van de linkerrand van de pagina inspringt. Een voorbeeld hiervan zijn koppen met opsommingstekens—door deze links ingesprongen koppen met opsommingstekens te selecteren en de eigenschap Lettertypenaam in te schakelen, worden bladwijzers gemaakt van de koppen met opsommingstekens: Lettertypenaam, Lettertypegrootte, Lettertypekleur, Links inspringen en Tekstmasker (als de eigenschap Lettertypenaam niet is ingeschakeld, wordt alle tekst met dezelfde linker insprong als het opsommingsteken omgezet tot bladwijzer).
- Tekstmasker. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die overeenkomt met de tekens die in het tekstvak Tekstmasker zijn ingevoerd. Tekstmaskers zijn een handige methode als er geen specifieke bladwijzereigenschappen zijn, of als u bepaalde tekst, die anders als bladwijzer zou worden gebruikt, wilt uitsluiten. Raadpleeg het gedeelte over tekstmaskers voor verdere informatie over het gebruik van deze speciale tekens.
- Trefwoordenlijst. Met dit kenmerk kunt u bepaalde bladwijzers opnemen en uitsluiten op basis van tekstlabels. Het trefwoordenbestand is een gewoon tekstbestand met een lijst woorden. Als u Inclusief inschakelt, worden alleen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevatten. Als u Exclusief inschakelt, worden er geen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevatten.
- Herhaalde koppen negeren. Hiermee wordt alleen een bladwijzer gemaakt voor het eerste exemplaar van een herhaalde bladwijzernaam.
- Koppen met meerdere regels. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van meerdere regels tekst.
- Voorloopnummers. Met dit kenmerk kunt u voorloopnummers verwijderen uit of toevoegen aan bladwijzers. Dit is bijvoorbeeld handig voor koppen en hoofdstukken die genummerd zijn. Deze nummers worden dan weggelaten in de bladwijzerlabels die automatisch worden gegenereerd.
- Tekstmasker. Hiermee wordt inhoud opgenomen of weggelaten uit bladwijzers op basis van door u opgegeven wildcards. In plaats van door een PDF-bestand te zoeken naar kenmerken (lettertypenaam, -grootte en -kleur) en indeling (inspringen), kunt u met de functie Tekstmasker de tekst van de bestanden doorzoeken om tekst op te nemen of weg te laten als bladwijzers. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken bezitten—als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is—of als u bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.
Tekstmaskers
Tekstmaskers biedt geavanceerdere functies voor het opnemen of weglaten van bladwijzers op basis van de wildcards die u opgeeft. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken bezitten—als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is—of als u bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.
.
De “.” komt overeen met één instantie van ieder willekeurig teken.
Voorbeeld: als “P.F” in het veld Tekstmasker wordt ingevoerd, wordt er een bladwijzer gemaakt van iedere regel tekst die “PDF, PeF, PdF,” enz. bevat.
^
Met “^” wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het begin van de regel staat.
Voorbeeld: door de tekst “^abc” op te geven, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de regel begint met “abc”. Begint de regel met “1.0 abc”, dan wordt er geen bladwijzer gemaakt.
$
Met “^” wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het einde van de regel staat. Als u alleen bladwijzers wilt maken van regels die precies overeenkomen met de tekst die u opgeeft, dient u zowel “^” als “$” te gebruiken.
Voorbeeld: als u “abc$” opgeeft, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt van tekstregels die eindigen op “abc”, dus voor regels die eindigen op “…xyzabc” worden bladwijzers gegenereerd, maar voor regels die eindigen op “abcxyz” niet.
[ ]
Voor alle regels die tekens bevatten tussen de “[ ]” wordt een bladwijzer gegenereerd. De tekens kunnen afzonderlijk of als een reeks tekens worden opgegeven.
Voorbeeld: met “[abc]” worden bladwijzers gegenereerd van alle regels die de tekens a, b, of c bevatten. Dit in tegenstelling tot “abc”, waarbij alleen bladwijzers worden gegenereerd van regels die abc bevatten. Met “[a-dA-D]” worden bladwijzers gemaakt van regels die ieder van de tekens tussen a-d bevatten (dus a, b, c en d), zowel kleine letters als hoofdletters.
[^]
Alle tekst met tekens tussen de “[ ]” en na de “^” wordt niet omgezet tot bladwijzer. Deze functie is vooral nuttig in combinatie met andere bladwijzerkenmerken om te voorkomen dat er ongewenste bladwijzers worden gegenereerd. Let wel op, dat dit ook betekent dat alle andere tekst die niet in de “[ ]” staat, potentieel materiaal is om als bladwijzer gegenereerd te worden. Probeer daarom dit kenmerk altijd in combinatie met een andere bladwijzerselectie te gebruiken. Als u bijvoorbeeld alle nummers zoals 1.0 wilt uitsluiten, dient u dit te wijzigen in “[^0-9\.]. De “\” wordt hieronder uitgelegd en is nodig omdat “.” als een speciaal teken wordt beschouwd in tekstmaskers.
Voorbeeld: als u “[^0-9]” opgeeft, worden er nog altijd bladwijzers uit nummers gegenereerd als de tekstregel ook een ander teken bevat – 1.0 wordt tot bladwijzer gegenereerd omdat er een “.” in voorkomt.
\
Het teken “\” wordt gebruikt als u een overeenkomst met een speciaal teken, zoals “.” of “$”, wilt opnemen. . Deze speciale tekens worden in het veld Tekstmasker gebruikt om speciale tekstovereenkomsten te zoeken.
Voorbeeld: voer “\$” in om tekst in het document te zoeken die het teken $ bevat en deze tekst om te zetten in een bladwijzer. Zo wordt de opdracht die gewoonlijk met “$” in het tekstmasker wordt uitgevoerd, dus genegeerd.
*
Gebruik het teken “*” als u bladwijzers wilt genereren van meer dan één set tekens.
Voorbeeld: voer “a*b” in om bladwijzers te genereren van regels die a en/of b bevatten.
+
Gebruik het teken “+” als u bladwijzers wilt genereren van één set tekens in een bepaalde volgorde. Er kunnen bladwijzers worden gegenereerd van het/de eerste teken(s) vóór de “+”; er kunnen echter alleen bladwijzers worden gegenereerd van tekens na de “+” als de tekens vóór de “+” ook aanwezig zijn.
Voorbeeld: voer “a+b” in om bladwijzers te maken van iedere regel tekst die ab, aab, aaab¸ enz. bevat. Tekst zoals ba, of cb, wordt genegeerd.
?
Net als het teken “+” wordt er met “?” een bladwijzer gemaakt van een set tekens in een bepaalde volgorde, alleen worden er in dit geval bladwijzers gemaakt van de tekens vóór de “?” als de tekens erna ook aanwezig zijn. De tekens na “?” kunnen worden gebruikt voor bladwijzers, ongeacht of de tekens vóór “?” wel dan niet aanwezig zijn.
Voorbeeld: voer “a?b” in om bladwijzers te genereren van alle regels tekst met ab, abb of alleen b.
( )
Hiermee kunnen tekens worden gegroepeerd en met andere speciale tekens worden gecombineerd.
Voorbeeld: voer “(a*b)$” in om bladwijzers te maken van regels tekst met ofwel a en/of b, maar alleen als deze regels eindigen met a of b.
|
Hiermee worden bladwijzers gemaakt van ofwel één reeks tekens of een andere reeks.
Voorbeeld: voer “a | b” in het veld Tekstmasker in om bladwijzers te maken van regels tekst die a of b bevatten.